Meer en meer raken reeën opgesloten tussen barrières in hun leefomgeving. Het groter worden van de dichtheid aan reeën of versnipperd raken van het leefgebied verminderd de overlevingskans. Van elk ree en van de reeënpopulatie.
Het leidt tot overbevolking en migratie naar andere gebieden.
Migreren
Migreren betekent dat reeën hun leefgebied proberen te verlaten. Zij worden daarbij geholpen door verbindingszones. Verbindingszones bestaan uit een 'ketten' van landschapselementen en kunstwerken die leefgebieden met elkaar verbinden.
Dit migreren speelt echter niet alleen reeën ook mensen reizen veel. Daar waar de wegen van dieren en mensen elkaar kruisen heeft het oversteken van reeën een impact op de veiligheid van mens en dier.
Verbinden
Daar waar wij gelijkvloerse kruisingen in het landschap en infrastructuur opheffen spreken we over ontsnipperen.
Er kleeft wel een nadeel aan ontsnipperen. Kwetsbare soorten hebben hun bestaan vaak te danken aan het min of meer geïsoleerd liggen van hun leefgebied. Dan is verbinden ongewenst.
Wij mensen kunnen bij het wel of niet aan één schakelen van natuur gebruik maken van faunatechnieken en verkeersmaatregelen. We onderscheiden daarin:
Hoe (internationale) overheden en natuurbeschermingsorganisaties omgaan met wegen en natuur lees je bijvoorbeeld op de website www.wegenennatuur.be.
Zoek je de hoed en de rand van wilde dieren en verkeer dan adviseren wij: WILDLIFE AND TRAFFIC: Een handboek om op raakvlak infrastructuur en natuur te identificeren en oplossingen te ontwerpen.